top of page

Het gouden muntstuk

Als meditatiebegeleider vind ik het belangrijk om ook persoonlijke ervaringen te delen. En hoewel ik het behoorlijk spannend vind om mezelf op die manier bloot te geven ga ik het toch doen. Ik heb ik veel gehad aan de momenten dat ik persoonlijke verhalen van anderen las of hoorde. Een ervaringsverhaal kan de deur openen naar een goed gesprek (met jezelf of anderen) of een dieper inzicht. Ik hoop dat mijn verhalen die werking ook hebben en dat ze jou, op welke manier dan ook, een zetje geven bij de volgende stap op het pad van meditatie.

Het verhaal dat ik in deze blog met je wil delen maakte me op een moeilijk moment bewust van een belangrijke hartkwaliteit: mededogen. In het boeddhisme heet deze kwaliteit karuna en maakt zij deel uit van de vier hartkwaliteiten (brahmavihara’s) die je kunt beoefenen om dichter bij je oorspronkelijke goedheid te komen en die zich ook ontwikkelen door meditatie. Mededogen wordt ook aangehaald in andere tradities en in grote religies. Het is in verschillende bewoordingen uit te leggen. Voor mij is ‘de roep van het hart om in actie te komen bij het zien van andermans lijden’ een samenvatting die inspireert. Er gaat nog een wereld schuil achter de waarde ervan en ik raad je van harte aan om die te onderzoeken als je je meditatiebeoefening wil verdiepen. Mocht je daar wat hulp bij nodig hebben, neem dan gerust contact met me op.


Helaas zien we om ons heen veel vormen van het ontbreken van mededogen. Je hoeft maar een paar minuten het nieuws te lezen om dat te ervaren…. De hoeveelheid verhalen over het slechte in mensen kan je geloof in het goede behoorlijk aantasten. Het voeden van karuna kan helpen om de vrede in jezelf te bewaren/terug te vinden en om op die manier het lijden in de wereld niet groter te maken. In plaats van jezelf af te sluiten, boos of onverschillig te worden, is het idee dat je je hart te opent voor mededogen. Door (bepaalde vormen van) meditatie, zelf vanuit mededogen te handelen en door je ogen open te houden voor het mededogen dat anderen jou bieden. Dit klinkt moeilijk, en soms is dat ook zo, maar je kunt er ook mee in aanraking komen op de meest alledaagse momenten. En dat maakte ik mee toen we vorige week stopten bij een druk tankstation langs de A50…


Het is de verjaardag van mijn overleden schoonvader. En deze zaterdag gaan we met de familie eten bij een visrestaurant waar hij zelf heel graag kwam. We kijken ernaar uit om samen met de familie te eten, te vieren dat we hem in ons leven hebben gehad en ook om samen stil te staan bij het gemis.


Vanaf Zwolle is het een rit van twee uur, dus vertrekken we ruim op tijd. Onze zoon gaat mee, dus houden we extra rekening met onverwachte situaties. Voor vertrek driedubbelchecken we als gewoonlijk onze voorbereiding. Oorkappen mee? Iets te frummelen? Iets om af te leiden? Iets om te kauwen? Extra set kleding? Check, check en nog eens check. Nog een laatste keer naar de wc en we kunnen er vandoor. Tot zover alles goed.


Het regent als een malle, dus rijden we langzamer dan normaal. Ik reken stilletjes uit of we genoeg spullen bij ons hebben voor als de reis langer duurt. Zullen we straks toch maar een pauze inlassen? Nee dat kan niet, want dan zit heel de familie op ons te wachten… Na ongeveer een half uur in de auto wordt onze zoon onrustig. Hij begint te schreeuwen en te gebaren. Eerst geef ik hem de iPad, misschien verveelt hij zich. Maar dat is het niet. Dan houd ik wat te drinken omhoog. Ook niet. Een dropje dan? Ja, dat helpt! We rijden verder maar we zitten nog steeds op de A50 en ik zie op Google Maps dat we nu 3 minuten voor afspraak aankomen. Geen tijd voor onderbrekingen dus. Ik hoop dat het verderop opklaart…


Maar het blijft regenen en we blijven langzaam rijden. Ik voel spanning opkomen. Zie voor me hoe iedereen op tijd is behalve wij en hoe er op ons gewacht wordt met bestellen. Even diep in- en uitademen. Er is niets aan de hand. Het beeld laat me weer los. Dan opnieuw een schreeuw. Ik kijk om en zie dat onze zoon aan zijn broek plukt. Zou hij toch weer naar de wc moeten? Of wil hij gewoon even aandacht? We zijn net geweest. Heeft hij misschien meer gedronken dan ik weet? De gedachten vliegen in het rond en de spanning van daarnet komt als een boomerang terug. Dit keer laat het niet los. Hij zit midden in een geweldige periode van ontwikkeling. Dat hij nu aangeeft naar de wc te moeten is fantastisch. We moeten echt even stoppen. Gelukkig deelt mijn man dit en we parkeren bij het eerste tankstation dat we tegenkomen.


Inmiddels is onze zoon geprikkeld geworden van zijn eigen aandrang en hij schreeuwt en beweegt onrustig om ons duidelijk te maken dat het menens is. ‘Ja jongen, we gaan.’. Ik haal hem uit de auto en prompt slaat de onrust over in gevaar. Het geluid van twee stationair draaiende vrachtwagens ronkt zich een weg naar zijn toch al geprikkelde koppie. Uit overprikkeling trekt hij zich los, begint te springen en wil wegrennen. Beducht voor deze situatie heb ik hem in een oogwenk te pakken. Ik adem nog eens diep in en uit, duw hem met zachte aanmoediging terug naar de stoep en met een hand achter zijn rug lopen we het tankstation in waar veel mensen binnen zijn. Sommigen zijn aan het afrekenen, anderen zitten aan een tafeltje koffie te drinken. We blijven niet onopgemerkt. Hoofden draaien, blikken lijken aan ons vast te plakken.


Hup hup geen aandacht geven, direct naar het draaipoortje. Ik houd mijn telefoon tegen de sensor om de 50 cent af te rekenen maar er gebeurt niets. Intussen springt mijn lieve kind met veel geluid op en neer. Een nat plekje verschijnt op zijn broek. Ik kan niet weg om kleingeld uit de auto te halen. Nu begint bij mij ook de stressbarometer richting rood te gaan. Dan maar iets doen wat niet mag. Net als ik mijn zoon over het draaihek wil tillen en er zelf onderdoor wil kruipen, tikt iemand op mijn schouder. Ik kijk naar de plek en zie daar een hand die 50 cent vasthoudt. ‘Hier ga maar gauw’ hoor ik. Ik draai me even om en zie een grote man staan, die volgens mij net nog koffie zat te drinken aan een van de tafeltjes. ‘Dank je wel, ik kom het zo aan je terugbetalen’ zeg ik snel. We gaan naar de wc en het was inderdaad hard nodig. Als ik terugkom zit de man weer rustig aan zijn koffie. Ik loop naar hem toe om een Tikkie te vragen. Hij kijkt me aan en glimlacht: ‘Het is goed zo’. Ik leg mijn hand op mijn hart om hem te bedanken en loop met een traan van dankbaarheid terug naar de auto. Mijn zoon is rustig, en ik ben geraakt.


Dit is karuna. Iemand die ziet. Iemand die handelt. Iemand die er niets voor terug verwacht. Ik laat het besef diep landen en het voel de stress oplossen en mijn hart oplichten. We komen een half uur te laat zegt Google Maps. Ik stuur een appje zodat dat niet in de weg blijft zitten. Deze man heeft geen 50 cent gegeven, maar een gouden muntstuk, het goud van karuna.


Ik hoop dat hij het zelf ook gevoeld heeft.

 
Onze zoon (bijna 9 in dit verhaal) heeft een vorm van autisme die maakt dat hij (nog) niet kan praten, veel hulp nodig heeft en zeer gevoelig is voor prikkels. Zijn prachtige persoonlijkheid en ons leven samen zijn een belangrijke bron en inspiratie en motivatie om te mediteren.
bottom of page